Toen wij eind jaren zeventig een woning van nog geen veertig vierkante meter betrokken in Rotterdam, wist ik nog niet dat het huis in de jaren twintig gebouwd was voor de Brabantse migranten die emplooi wilden vinden in de stad die op een dag bekend zou staan als de grootste haven in de wereld. Migranten nemen dus altijd de plek in van migranten. De migrant houdt op te bestaan op de dag dat hij de plek inneemt van een local. Er zijn veel verhalen te vertellen over zeer succesvolle kinderen van migranten die op een dag het huis kochten waarin telgen van patriciërs hadden gewoond.
Het omgekeerde, de plek die de migrant openlaat wordt ingenomen door een local, gebeurt veel minder. Eenmaal een trede opgeklommen op de maatschappelijke ladder zal men er alles aan doen om niet terug te vallen. Daarom kunnen de gelukzoekers uit Brabant op onze sympathie rekenen omdat we in hun ambitieuze streven om de wereld te veroveren, goedschiks of kwaadschiks, iets herkennen van onze eigen dromen. Amsterdam was in de Gouden Eeuw een stad met een enorme sociale mobiliteit en trok migranten uit heel West-Europa en verder aan. Z’n open karakter garandeerde vrijwaring van vervolging; wie stilzwijgend instemde met de hegemonie van de protestantse elite kon zijn gang gaan.
Maar in een open samenleving waarin het individu alle ruimte krijgt om kansen te verzilveren ligt misbruik op de loer. De Spaanse Brabander gaat over de zegen van de goedgelovigheid. Wanneer men de deuren uit eigenbelang opengooit voor vreemdelingen en de nieuwkomers faciliteert, zal niet elke vreemdeling zich netjes gedragen. Bredero toont de schaduwzijde van tolerantie. Tolerantie gedijt bij ambiguïteit. Men ziet veel door de vingers. Tolerantie is een ruimte waarin mensen vrij zijn om te bepalen welk verhaal ze over zichzelf vertellen. Talenten gedijen er uitstekend in, maar oplichters, falderappes, voortvluchtingen en klaplopers ook.
Een racist toont zijn gezicht wanneer hij de buitenlander die volgens hem de uitzondering op de regel is, frank en vrij toespreekt: “Jij bent niet als de anderen. Jij bent een goede.” Ik heb het te vaak gehoord. Het maakt de racist niet goed. De vreemdeling laat zien wat voor systeem we hebben opgebouwd. De vreemdeling in ons midden vergroot alles uit. Daarom willen vreemdelingen graag zo onzichtbaar mogelijk zijn. In Rome worden alle aardappels in alle restaurants geschild door Marokkanen en Egyptenaren. Moderne slaven. Zolang zij zichzelf buiten beeld houden is er niks aan de hand. Zien we ze, dan worden we geconfronteerd met de doortraptheid van ons systeem. Het werkt alleen maar als we doen alsof de aangeboden vrijheid voor iedereen dezelfde uitgangspunten heeft. Ik denk dat Bredero als geen ander de ironie hiervan inzag. Een open samenleving creëert winnaars en verliezers aan de onderkant. Hun aanwezigheid op straat creëert wrevel en afkeer. Ik ben me als migrantenzoon bewust van mijn ongewenstheid. Dat ik er wel mag zijn is een teken dat de liefde nog altijd zijn werk doet. Maar als ik op een dag zou verdwijnen dan zou dat niet tot nostalgie leiden. Na mij komen andere migranten. Ik ben tot op zekere hoogte een sjabloon.
Verantwoording
Afbeelding 1 via:
Afbeelding 2 via: https://www.delacybrown.com/portrait
Nicolas de Lacy-Brown 'The Sweet Potato Eaters (after van Gogh).' Olieverf op doek, 2010.
Auteursinformatie via https://www.abdelkaderbenali.nl/
Auteursafbeelding: Bob Bronshoff
Abdelkader Benali (1975) werd geboren in Marokko. Hij is nu bekend als een van de bekendste schrijvers in Nederland. Hij schrijft romans, verhalen en poëzie, maar ook toneel en journalistiek werk. Bruiloft aan zee is zijn bejubelde en bekroonde debuut uit 1996. In 2015 verscheen Casa Benali, een Marokkaans huis-, tuin- en keukenkookboek. In september van dat jaar werd Benali vader van een dochter, voor wie hij het boek Brief aan mijn dochter schreef, dat in april 2016 verscheen. Meer over Benali?
Comments