G.A. Bredero, Spaansche Brabander (Tekst in Context AUP 2017)
De uitgave is samengesteld door Jeroen Jansen, met medewerking van Saar Postma en Marijke de Vos.
Een stad vol mislukte integratie, armoede en bedrog. Bredero laat zijn lezers meemaken hoe dat uitpakt. In 1617 schrijft hij een komisch toneelstuk met een serieuze ondertoon over de Brabantse praatjesmaker Jerolimo die zijn Antwerpse schuldeisers is ontvlucht en zich in Amsterdam veel mooier en rijker voordoet dan de hongerige schooier die hij in feite is. De verwikkelingen spelen zich af in hartje Amsterdam, een snel groeiende stad, waar arm en rijk hun plaats moeten vinden en waar bedrog steeds op de loer ligt. Naast de opschepper en zijn knecht Robbeknol komen allerlei Amsterdamse bijfiguren uit de maatschappelijke onderklasse aan het woord. Behalve het sociale vraagstuk van de immigratie en armoede krijgen ook historische achtergronden, de taal en cultuur uit de tijd van Bredero ruim aandacht. 'Spaanse Brabander' is in modern Nederlands vertaald en voorzien van uitvoerige toelichting en illustraties. Het boek is hier verkrijgbaar als paperback en e-book.
NIEUWS & PUBLICATIES
‘Sincere Simplicity’: Gerbrand Bredero’s Apprenticeship with Coornhert and Spiegel (Dutch Crossing 41:1 2017)
Door Jeroen Jansen
Like many authors in the early seventeenth century, the Dutch poet and prose writer Gerbrand Bredero prided himself on his defence of the mother tongue. The main reason for Bredero’s preference can be found in his consideration for the ‘unlearned’ public, perhaps to be associated with his being ‘unlearned’ himself. In his appreciation of the mother tongue, he closely responds to predecessors like Dirck Coornhert and Hendrik Spiegel. Moreover, he shared ideas about purism and ‘language building’ with the leading voices of the Amsterdam chamber of rhetoric, of which Bredero was a member. In this article, it will be shown how and to what extent linguistic aspects of Bredero’s prose are in line with his Amsterdam predecessors. Some of the imagery used by Bredero fits in with the idiom of Coornhert, while Spiegel’s writing exemplified the use of innovative compound words and genitives. Though Bredero is far less extreme in his experimentation with both forms, he did not refrain from leaving his own creative mark on language use, as a supposed result of a direct and active focus on common, Amsterdam burghers.
Lees de volledige tekst hier.
Gerbrand Adriaenszoon Bredero Amsterdamer (Website Het Schrijverskabinet: het Panpoëticon Batavûm digitaal 2016)
Door Jeroen Jansen
Als Bredero (1585-1618) in 1618 op 33-jarige leeftijd plotseling overlijdt, heeft zijn literaire carrière niet langer dan zeven jaar geduurd. Zijn laatste toneelstuk is ook het meest bekende en canonieke: de Spaanschen Brabander (1617). In de inleiding ervan vertelt hij over zijn grootse plannen: ‘ik zal mij haasten om u binnenkort een nog kluchtiger en veel grappiger stuk te openbaren’. Enkele maanden later sterft hij.
Lees de volledige tekst hier.
Bredero zegt niet voor niets 'sorry'
Creating disagreement by self-abasement. Apologizing as a means of confrontational strategic maneuvering (ISSA Proceedings 2015)
Door Jeroen Jansen
The analysis of the different stages in a preface to a stage play (1617) by Gerbrand Bredero makes clear that antitheses, exaggerated modesty and self-humiliation may be used as strategic tools in the confrontation stage. The disagreement between protagonist and the primary audience has been created in the confrontation stage by polarizing the parties' attitude towards each other.
Lees het volledige artikel hier (tekst download automatisch).
Hoe gaat Bredero, die geen Latijn had geleerd, om met de Klassieken?
Gerbrand Bredero's handling of Antiquity. Transfer of classical knowledge into seventeenth century vernacular culture (Wissenstransfer und Auctoritas in der frühneuzeitlichen niederländischsprachigen Literatur 2014)
Door Jeroen Jansen
In early modern period literary authors mainly based their texts on existing material. In a process of creative imitation they added material, cut verses and passages, rearranged the source tekst, portrayed characters in a different light, and changed expressions and structure. The way in which they produced, used and reused knowledge, was not a static one, but part of an active and cumulative process in which creativity and originality gained a permanent position. Adaptation, offering all kinds of possibilities for creative expression, could leave unmentioned their parallels to the source tekst, but could also consciously flaunt them to their readers, naming the imitated authors or texts, and (implicitly) inviting the readers to compare both versions (source and imitation).
Lees hier verder (tekst download automatisch).
In en om Amsterdam: de wereld van Gerbrand Bredero (Ons Amsterdam 65 2013)
Door Jeroen Jansen
‘t ’Is wel een schoone stadt, moor ’tvolcxken is te vies’, zegt een verwaande provinciale jonker over Amsterdam in de Spaanschen Brabander. Het 17de-eeuwse Amsterdamse publiek moet er hard om hebben gelachen. Bredero’s kluchten waren mateloos populair. Als geen ander bracht hij zijn Amsterdam tot leven in ‘de oude Aemsteldamsche en Waterlandsche Taal’. En wij genieten nog altijd mee.
Het verleden bestaat nog door de kracht van herinnering en verbeelding. En vanzelfsprekend bij de gratie van geschreven of gedrukte bronnen die ons soms prachtige literatuur aanreiken. Toneelstukken uit de 17de eeuw halen de geluiden en sfeer van die periode dichterbij. De wereld van Gerbrand Adriaensz. Bredero (1585-1618) was vol toneel dat zich afspeelde in het Amsterdam van zijn tijd. Met recht noemt hij zich een ‘Amsterdammer’: hij was er geboren en getogen, aan de Oude Zijde, en kende de stad van binnen en van buiten.
Lees het volledige artikel hier.
Gerbrand Bredero wants to borrow a painting. Proleptic negotiation (Uitgeverij Verloren 2011)
Door Jeroen Jansen
Een brief van Gerbrand Adriaensz. Bredero aan Badens, zijn schilderleraar, staat hier centraal. Bredero vraagt hem een schilderij te leen om te kopiëren. Het lijkt een eenvoudig, beleefd briefje, maar als we zien hoe handig en doortastend Bredero te werk gaat, opent deze brief nieuwe perspectieven. In dit artikel wordt met name het proleptisch onderhandelen centraal gesteld. De schrijver regelt de onderhandeling voor hemzelf en voor de antagonist (Badens), om tot een gezamenlijk aanvaardbare oplossing te komen. Uiteindelijk buigt hij het onderdanige verzoek om in zijn eigen voordeel...
Lees hier het volledige artikel (artikel download automatisch).
Klucht van de Koe vandaag 400 jaar, Bredero, schilder en rasverteller (Neerlandistiek.nl, voorheen Neder-l 2012)
Door Jeroen Jansen
Bredero toont zich in de Klucht van de koe een ware rasverteller. Waarom zijn taal en beeldgebruik ons na vier eeuwen nog zo kan verrassen en boeien, is te lezen in dit korte artikel.
Strategic maneuvering as an epistolary strategy, anno 1610 (Journal of Argumentation in Context 1.3 2012)
Door Jeroen Jansen
Rond 1610 schrijft Bredero een brief aan zijn schilderleraar Frans Badens, waarin hij een schilderij te leen vraagt om er een kopie van te maken. De handeling van het schrijven (van een brief) vereist een actieve rol in het manipuleren van de reacties van een of meerdere lezers. Hoewel de brief op het eerste gezicht als een louter beleefd stukje correspondentie oogt, beargumenteert Jansen dat, vanuit een benadering die het strategisch manoeuvreren centraal stelt, Bredero's aanpak beschouwd kan worden als een weldoordachte en mogelijk effectieve strategie die erop gericht is Badens aan zijn belofte te houden. Een analyse vanuit het perspectief van de argumentatietheorie stelt ons in staat bepaalde karakteristieken van en wendingen in deze brief beter te begrijpen. Wat betreft de gebruikte topische middelen (het topisch potentieel) vallen bijvoorbeeld de proleptisch geformuleerde tegenwerpingen van de adressaat op waarmee deze de vervulling van zijn belofte zou kunnen tegenhouden of opschorten. Hoewel Bredero de brief begint vanuit de ogenschijnlijk lage machtspositie van een leerling die aan een leermeester vraagt iets voor hem te doen, mikt Bredero in elke fase van de brief op een redelijke balans in het machtsevenwicht tussen beiden en laat hij die balans vervolgens in zijn eigen voordeel doorslaan.
Lees de tekst hier (tekst download automatisch).
'Al siet men de lui...' Het proza van Bredero (Absint 1 2011)
Door Jeroen Jansen
Wie ‘Bredero’ zegt, denkt meteen aan de toneelschrijver, zijn dartele kluchten en meeslepende Spaanschen Brabander (1618). In zijn eigen tijd was ook zijn lyriek erg geliefd: de vrolijke liedjes naast de meer serieuze, religieus getinte, gedichten. Zijn liedboek (1616) was zo gewild dat het in een mum uitverkocht raakte zonder dat de auteur er een exemplaar van bezat. Gelukkig werd het nog een aantal malen herdrukt, soms aangevuld met nieuwe liederen en gedichten. Bredero’s proza is minder bekend.
Lees hier verder vanaf pagina 10.
G.A. Bredero, Proza (Uitgeverij Verloren 2011)
Samengesteld door Jeroen Jansen
Dat G.A. Bredero (1585-1618) tot onze grootste lieddichters en toneelschrijvers behoort, zal niemand betwisten. Zijn prachtige proza is minder bekend. Het wordt hier voor het eerst in zijn geheel bij elkaar gezet. De voorredes bij Bredero’s werk geven veel informatie over literaire denkbeelden en persoonlijke houding. In de redevoeringen, brieven en opdrachten horen we de ontboezemingen van een (lyrisch) 'ik' die in bloemrijke taal over zijn gevoelens en gedachten spreekt. Bescheidenheid en beleefdheid behoren tot zijn handelsmerk, maar tegelijkertijd probeert hij doortastend toenadering te zoeken, een wens in vervulling te laten gaan, een vraag beantwoord te krijgen of een afspraakje te maken. In de inleiding bij de editie gaat Jeroen Jansen in op leven, werk en scholing van Bredero en karakteriseert hij het proza wat betreft stijl en opbouw. De teksten worden naar de eerste gedrukte uitgave weergegeven, met vertaling in modern Nederlands en toelichting. Het boek is hier verkrijgbaar.
Bredero onder de Wijzen. Geleende geleerdheid in de brief (1611) aan Carel Quina (TNTL 126 2010)
Door Jeroen Jansen
Bredero heeft zijn hartsvriend Carel Quina op een bijzondere brief vergast. De vele bijbelse en klassieke citaten moesten de gedachte ondersteunen dat zijn vriendschap niet `int hooft' gelegen was en dus op berekening was gebaseerd maar uit het hart voortkwam en in wederzijdse weldaden zou resulteren. Over vriendschap en weldaden vond Gerbrand passende uitspraken in een schoolboekje, waarschijnlijk in een tweetalige uitgave zonder auteursvermelding.
Klik op de pdf-button en lees het hele artikel.
Magdalena Stockmans en Bredero (DBNL 2009)
Door Jeroen Jansen
Van alle zogenaamde geliefden van Bredero is Magdalena Stockmans de meest zekere en feitelijk aantoonbaar. We bezitten een brief van Bredero waarin hij al zijn talent inzet om toenadering tot haar te zoeken en de liefde te verklaren. Die verliefdheid werd echter in de kiem gesmoord, omdat ze een aantal maanden later met een ander trouwde. Over hun korte relatie heeft Jansen een stuk geschreven, dat is opgenomen in de bundel die eind oktober 2009 is verschenen bij gelegenheid van het afscheid van Marita Mathijsen van de Universiteit van Amsterdam.
Lees het artikel hier.